Hoewel de meeste reptielen carnivoor zijn, en sommige omnivoor, zijn er enkele uitsluitend herbivoor of planteneters. De meeste reptielen hebben een eerder eenvoudig spijsverteringskanaal, hetgeen van hen in de meeste gevallen erg gespecialiseerde eters maakt. Sommige zijn niet in staat plantenvezels te verteren, terwijl andere moeilijkheden hebben om voedsel met een hoog proteïnegehalte te verteren (bv. dierlijk). Sommige groepen schakelen over van een hoger proteïnerijk voedsel tijdens hun jeugd naar een meer vezelhoudend dieet wanneer ze volwassen worden, zoals leguanen. Dikwijls bestaat dit proteïnerijkere voedsel uit scheuten, vers groen en jong gebladerte, maar sommige groepen vullen hun behoefte aan proteïnes aan door sporadisch insecten te eten of ander dierlijk materiaal (omnivoren). Gezien dieren in gevangenschap minder energie verbruiken dan in het wild, is het noodzakelijk hun dieet aan te passen aan het leven in terrarium. Voor sommige soorten (bv. baardagamen en uromastixsoorten) die in het wild ongewervelden of zelfs kleine gewervelden eten, kan een zuiver plantaardig dieet in gevangenschap volstaan aangezien minder energie verbruikt wordt.